Bijbelstudies van 1 Thessalonicenzen (2024)

Source: I&II Thessalonians from The Banner of Truth. ISBN 0 85151 162 7 Thessalonians

12345Th 2

Bijbelstudies van 1 Thessalonicenzen (7)

Bijbelstudies van 1 Thessalonicenzen (8)

1 Thessalonicenzen 1

Vers 1 Deze brief is afkomstig van de zendelingen Paulus, Silvanus (Romeins) (andere naam is Silas (Grieks) gebruikt door Lukas, één en dezelfde persoon?) en Timotheüs en gericht aan de gemeente te Thessalonica. Sinds Paulus als apostel is hoofdzakelijk verantwoordelijk, wordt zijn naam als eerste geschreven. Daarna Silvanus die waarschijnlijk ouder was dan Timotheüs, die mede het evangelie hadden gepredikt in Tessalonica. Zij waren met Paulus in Korinthe van waar deze brief werd geschreven.
Paulus' naam was in het Joods Saul, uit de stam van Benjamin, de stam van de koning Saul, eeuwen eerder. Zijn naam betekent: Gevraagd van God. Maar Saul ontving de Romeinse (Latijnse) naam: Paul of Paulus.
Aan de gemeente in Thessalonica. Gemeente betekent (1 Peter 2:9) de uitverkoren personen, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk van God ten eigendom, om de grote daden van God te verkondigen, van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen tot Zijn wonderbaar licht. 1 Korinthiërs 11:18 een groep van gelovigen die samenkomt in de naam van de Here Jezus Christus.
In God de Vader en de Here Jezus Christus. Met het voorzetsel "in" met de betekenis van "geworteld, gegrondvest" in de Eerste en Tweede Persoon van de Drie-eenheid. De Heilige Geest volgt in vers 5. Het is Jehova, de God van Israël, die Zijn Zoon Jezus heeft gezonden. Jezus is volledig God, gelijk aan Zijn Vader. Here omdat Jezus Heer is over alle gelovigen, voor Wie Hij Zijn leven heeft gegeven aan het kruis van Golgotha tot vergeving van zonden. Paulus heeft deze naam Heer overgenomen van de elf discipelen, die Jezus Heer (Meester) noemden. Christ (Grieks) is gelijkwaardig aan het Hebreeuwse Messias. Maar persoonlijk zie ik het als de opgestane Jezus, opgewekt door God de Vader uit de doden en nu gezeten aan de rechterhand van God de Vader in de Hemel.
Genade en vrede zijn slechts mogelijk door God de Vader en de Here Jezus Christus. Zij zijn de enige bron. Het is een genade gift vanuit de Drie-eenheid aan de zondige mens. Bij vrede kunnen wij denken aan de Joodse groet van "Shalom" (Richteren 19:20 benodigdheid, welvaart en welzijn).

Verzen 2 en 3 Paulus, Silvanus en Timotheüs danken God om u allen, dat wil zeggen specifiek bij naam, de Thessalonizcen. In onze gebeden dienen wij specifiek bij naam te noemen (niet mijn familie, maar elk familielid bij naam. Specifiek een broeder of zuster, de naam van de voorganger en zendelingen, etc.). Allen dat is alle kerkleden der Thessalonicenzen. Blijkbaar baden zij verenigd (naast hun individuele gebeden). God werd geprezen voor Zijn werk in de Thessalonicenzen. Zij stonden bekend om hun geloofswerken, de inspanningen van liefde en hun hoop (op de Wederkomst) op onze Here Jezus Christus.
Wat het werk was, wordt niet genoemd. We kunnen denken aan zorg voor de zieken en armen. Kijkend naar vers 6 de prediking en verkondiging van het evangelie ondanks alle weerstand van Joden. Hun prediking en hun geloof was bekend ver buiten Thessalonica (vers 7). Ons ten voorbeeld.

Vers 4 Wat een getuigenis. Paulus, Silvanus en Timotheüs weten dat de Thessalonicenzen behouden zijn. Uit een werken is overduidelijk dat zij de Here Jezus Christus toebehoren. Hun dagelijkse levenswandel is een getuigenis van Christus, zodat anderen spreken over een geloof en veranderingen.

Verzen 5-10 Hoe weten zij vers 4 zo zeker? De verklaring volgt in de verzen 5-10. De kracht van de Heilige Geest in grote volheid is over hen gekomen na de evangelieprediking van deze drie zendelingen. Ondanks alle zware verdrukkingen, Handelingen 17:5-9 door de Joden, die afgunstig werden doordat vele heidenen tot geloof kwamen in Jezus als Verlosser. De Thessalonicenzen hadden met blijdschap het evangelie aangenomen en op hun beurt (nadat de zendelingen genoodzaakt waren hun stad te verlaten) in woord en daad aan anderen verkondigd. Hun getuigenis drong diep door in Macedonië en Achaje en ver daar buiten. Hoe kwam dit? Thessalinica was een populaire handelsplaats, gelegen aan de Egnatian Highway, welke Oost met West verbond. Gelegen aan de Thermaic Golf welke haven de gehele wereld bereikte. Zodat de gelovigen alle mogelijkheden benutte om het evangelie te verkondigen.

Vers 6 De Thessalonicenzen waren ambassadeurs geworden middels hun gedrag: jullie zijn navolgers van ons geworden en van de Here onder verdrukking. Zoals Jezus door schriftgeleerden en Farizeeërs vervolg en beschimpt werd, zo werden de Thessalonicenzen vervolgd door de Joden. Navolgers van ons, omdat zij Jezus Christus uitdroegen en daarmede verwezen naar Jezus en God de Vader. De zendelingen waren fysiek aanwezig geweest. De Thessalonicenzen hadden Jezus niet fysiek gekend, maar wel middels de verkondiging en gedrag van deze drie zendelingen.

Vers 8 Hun geloof is gericht op God. Niet op de drie zendelingen, maar puur op Jezus en God de Vader. Geen voorganger of zendelingen verering, maar geconcentreerd op de Here Jezus Christus als Verlosser van de zonden en Heer van het dagelijkse christelijke leven. Hoe wisten de zendelingen dit? Door de verhalen van de reizigers die uit Thessalonica kwam en verhaalden in Korinthe. Hun geloof en gedrag circuleerde van mond tot mond. Is dat ook ons getuigenis?

Vers 9 Hun bekering was oprecht en radicaal. Zij hadden radicaal weggedaan met alle afgoderij. De vele Griekse goden en zich bekeerd tot één levende God. De Griekse goden die doof en stom waren, zonder werking en hun beelden gemaakt door mensenhanden. Bekeerd tot de levende Drie-eenheid, met de kracht van de Heilige Geest. Dwaasheid voor de heiden, onzichtbaar voor de heiden. Maar zichtbaar door de bekering van de Thessalonicenzen door de blijdschap onder vervolgelingen en de werken van de Heilige Geest. Afgedaan met het oude leven en wederomgeboren. Nieuw leven door de kracht van de Heilige Geest welke zich uitte in het zichtbaar zijn van de negen vruchten van de Heilige Geest (Galaten 5:22). Wanneer een mens zich openstelt voor Zijn werking, dat veranderd de wederomgeboren persoon. Niet slechts emotioneel, maar in geest en wil. Een volledige overgave aan God en niet meer leven in de wereld. Dat is een besluit. De Thessalonicenzen waren van kinds af opgegroeid in het dienen van de afgoden, de Griekse goden, de prostitutie in de afgoden tempels. De vijanden van zendelingen waren correct met hun bewering dat zij de wereld op zijn kop zette. Afgoderij toont zich in allerlei vormen van hebzucht, egoïsme, rijkdom, drugs, wilde feesten, vrije seks en p*rnografie, etc. Voor de Thessalonicenzen Zeus was werkelijkheid. De Olympus berg (de woonplaats van de goden), ongeveer 75 km van Thessalonica verwijderd, beefde soms (aardbeving).
Niet tegenstaand door Gods genade had er een radicale bekering plaatsgevonden en hadden hun harten zich geopend voor die ene God en erkend zondaars te zijn, te erkennen niet in staat zijn zichzelf te redden van de toorn van God en hadden zij de Here Jezus Christus als persoonlijke Verlosser en Heer aanvaard. Zij dienden Hem, zoals een slaaf zijn meester dient, volkomen uit vrije wil.

Vers 10 Uit de hemelen verwachte de Zoon. Klaarblijkelijk heeft Paulus gesproken over de (eerste en tweede?) Wederkomst van Christus. De Zoon Jezus, die uit de doden is opgewekt tot verlossing van de komende toorn. Dit schrijft Paulus reeds voor de Openbaring aan de apostel Johannes. Paulus wist en onderwees over de komende toorn, dat wil zeggen Gods oordeel over de mens, in de toekomst. Welke aan Johannes uitgebreid is geopenbaard en wij kennen middels het boek Openbaring.
De eerste Wederkomst van Christus is de Wederkomst voor de wijze maagden in Mattheüs 25 en die opgenomen worden in Mattheüs 24:41-42. Deze Wederkomst is in de wolken en verschijnt Christus NIET aan de mensheid die op aarde woont. Meer hierover in hoofdstuk 4:13-18.
De tweede Wederkomst is aan het einde van de Grote Verdrukking wanneer alle volken op aarde Jezus zullen zien, Mattheüs 24:30, die zij doorstoken hebben (Zacharia 12:10). Dan zal Jezus Christus Zijn voeten zetten op de Olijfberg (Zacharia 14:4). Dan zal Hij komen met alle heiligen (Zacharia 14:5) (de opgenomen christenen uit Mattheüs 24:41-42? of zijn het de engelen?). Dan zullen de engelen de mensen verzamelen, het kaf van de koren scheiden, de bokken van de schapen en het oordeel (Gods toorn) plaatsvinden, Mattheüs 25:31-36.
Aandacht verdient het woord "verwachten". Het betekent 'Naar uitzien met alle geduld en vertrouwen". Het is toekomst en gaat niet onmiddellijk gebeuren. Wij zijn nu een 2000 jaar verder en de eerste en tweede Wederkomst hebben nog steeds niet plaatsgevonden. Desondanks kunnen we met de terugkeer van het Joodse volk naar de staat Israël, de tekenen zoals Jezus zei in Mattheüs 24, en heden alle voorbereidingen voor de herbouw van de tempel in Jeruzalem, wijzen op de spoedige eerste Wederkomst en vervulling van Mattheüs 24:41-42.
Verwachten is een actieve actie. Zoals je alles voorbereid voor iemand die komt eten of logeren. Het huis in orde maken, reinigen, boodschappen doen en de maaltijd bereiden. De gastenkamer gereed maken. Een programma van activiteiten opstellen, wat ga ik hem laten zien in mijn stad en/of land. Je maakt tijd vrij om hem de dingen te tonen en tezamen te reizen/bezoeken. Je zorgt dat hij zich perfect thuis zal voelen. Hoe is onze verwachten? Is ons huis in orde? Een huis zonder wereldse dingen, wereldse afgoden? Is ons leven onder controle van de Heilige Geest en de negen vruchten van de Geest zichtbaar in jouw leven? Kun je met Christus rondwandelen en jouw arbeid voor Hem tonen?
Voor de ware christen is de eerste Wederkomst een verlossing, zie hoofdstuk 4:13-18. Een verlossing van het zondige lichaam en een nieuw zondeloos en eeuwig lichaam, gelijkvormig aan Jezus Christus ontvangen. Voor de christen die achterblijft en door de Grote Verdrukking gaat, angst maar zeker weten dat hij of zij wanneer het merkteken 666 weigert, eeuwig leven zal ontvangen bij God.
Voor de mens die God afwijst, wacht Gods toorn en oordeel over zijn of haar werken. Geen mens zal ontsnappen.

Terug naar boven

1 Thessalonicenzen 2

De verdediging van Paulus is simpel, hij verwijst naar datgene wat de Thessalonicenzen zelf weten. Paulus herinnert aan hun gedachten. De arbeid van deze drie zendelingen is niet zonder vrucht gebleven. Velen zijn tot geloof gekomen in de Here Jezus Christus als Verlosser op de prediking van deze zendelingen. Het doel van de vijand is om hen zwart te maken, zodat de evangelie prediking stopt omdat hun boodschap onbetrouwbaar zou zijn. Zo ging satan te werk bij Eva met twijfel zaaien. Eva viel in de valkuil en door Adam's bewuste keuze kwam de zonde in de wereld. Dat is het gevolg als je een vinger geeft, dan neemt satan de gehele hand. Het bezweken aan een kleine verleiding. Een kleine diefstal leidt tot een groter. En nog groter met geweld en bedreiging met revolver. En uiteindelijk tot moord. Een kleine verleiding van druggebruik, tot verslaving, met diefstal, geweld en overdosis of moord. Bij verleiding dient men Gods Woord ter hand te nemen en de volledige Waarheid tegen satan in te zetten. Elke kleine verleiding af te wijzen. Onmiddellijk zonde te belijden en de volledige vergeving door het bloed van Jezus te erkennen. God werpt immers de zonde in de diepte der zee.
Het werk van de zendelingen was niet met lege handen (grond tekst) gebleven. Wat Paulus hier zegt, is: "Ver van iets van jullie te nemen hebben wij jullie gegeven". Ons evangelie is niet slechts in woorden gekomen tot jullie, maar in kracht, met vervulling door de Heilige Geest en volle zekerheid. Het Goede Nieuws kwam van God, het was Gods geschenk.

Vers 2 Jullie hebben het aanvaard ondanks de mishandelingen door de Joden (Handelingen 17:1-9). Jullie wisten van onze mishandelingen in Filippi (Handelingen 16:11-40) hoe men mij en Silas openlijk hadden mishandeld welke verboden was omdat zij een Romeins staatsburger waren. Zij waren gesleept voor de heersers, onterecht in de gevangenis geworpen en in het voetblok geketend. Desondanks hadden zij met vrijmoedigheid in Thessalonicenzen het evangelie verkondigd. Niet bang om opnieuw mishandeld te worden. Zonder zelfzucht hadden zij het evangelie verkondigd met de kans te lopen ook door hen te worden vervolgd.

Vers 3 In Thessalonica waren vele filosofen, charlatans, bedriegers en zwendelaars, die met list de mensen verleidden voor hun eigen eer en winst. Hun motieven waren niet zuiver. In tegenstelling van deze zendelingen die met zuivere bedoeling het evangelie verkondigde: Verlossing door Jezus Christus van de toorn van God over de zonden. Geen dwaallering doch de zuivere Waarheid: De Enige weg tot God de Vader is Jezus. Jezus is de Waarheid en het Licht. De vermaning dat de mens een zondaar is en zichzelf niet kan redden. De vermaning tot een radicale bekering. Het oude leven in de wereld verlaten en opnieuw geboren worden (wedergeboorte) tot een kind van God.

Verzen 4 en 5 In tegenstelling tot deze misleiders (vers 3) waren deze zendelingen door God goedgekeurd om de Waarheid te verkondigen. Hun was het evangelie toevertrouwd (Paulus door Jezus Christus persoonlijk) om te verkondigen. Zij spraken niet om mensen te behagen en tevreden te stellen, maar indien nodig met harde woorden van waarheid, zonder doekjes erom heen te winden dat de mens God niet kan behagen, een zondaar is en Jezus nodig heeft. De zonde bij de naam te noemen.

Vers 6 Zonder enige vleitaal, zonder het afzwakken van de zonde. Duidelijk de geboden van God onderwijzen. Zeggen wat fout is. Wat de Wil van God niet is. Duidelijk de 10 geboden en de Tora (de wetten in de eerste vijf boeken van de Bijbel) onderwijzen. Alles wat Jezus tijdens Zijn leven hier op aarde heeft onderwezen. Geen halve waarheden vertellen. Geen vleitaal in de prediking. Valse beloften van rijkdom als men zijn tienden geeft. Valse beloften van genezing als men ....
Hoewel Paulus een apostel geroepen door Jezus Christus persoonlijk, had hij zich kunnen doen voorstaan. Echter, hij zocht geen eer van mensen, hij, Silas en Timotheüs werkten en zorgden voor hun eigen levensonderhoud. Geen beloning voor hun evangelie verkondiging. Geen beloning voor de krachten (middels de Heilige Geest) door met hun prediking gepaard gingen. Maar nederigheid en alle glorie aan God gevende.

Vers 7 De zendelingen gedroegen zich zoals een liefhebbende moeder voor haar eigen kinderen zorg draagt. Geen ingehuurde oppas, maar een liefde zoals van een eigen moeder. Met een vaderlijke liefde zoals Jezus Zijn leven gaf voor de gelovige. Een liefde van God de Vader. Die niet wenst dat iemand verloren gaat, maar allen behouden worden. Echter de mens heeft een vrije wil. God zal hem of haar niet dwingen. In een afgedwongen huwelijk heerst geen echte liefde . Een huwelijk dient vrijwillig door man én vrouw te worden gesloten. Ieder mens kan vrijwillig een verbond sluiten met God. Vrijwillige Jezus Christus als Verlosser aannemen. Vrijwillige Jezus Christus als Heer aannemen en dagelijks nee zeggen tegen de zonde, dagelijks Jezus Heer laten zijn over jouw leven en zich stellen onder de controle van de Heilige Geest en Gods Wil wensen te doen.
Een moeder die haar kinderen te eten geeft, onderwijs geeft, zorg in leed en ziekte, moeilijkheden, begeleiding, etc.

Verzen 8 en 9 Overdag werkende om in eigen levensonderhoud te voorzien, 's-avonds (en 's-nachts?) het evangelie verkondigden. Ondanks alle aanvallen en vervolgingen door Joden (en heidenen) met bedreigingen van hun leven, doen wij in herinnering brengen onze inspanningen om het evangelie te brengen. Jullie zijn ons lief geworden omdat velen het evangelie Gods hebben aanvaard ondanks alle weerstand van Joden om jullie daarvan af te brengen.

Vers 10 De gelovigen in Thessalonica én God is getuigen hoe wij, Paulus, Silas en Timotheüs ons vroom, rechtvaardig en onberispelijk hebben gedragen. Hun dagelijkse levenswandel was een getuigenis van hun geloof in de Here Jezus Christus. Hun levenswandel was een getuigenis van de kracht van de Heilige Geest. Hoe is dat in ons leven?

Vers 11 Een vader draagt zorg voor de opvoeding van zijn kinderen. Paulus, Silas en Timotheüs hadden de Thessalonicenzen als groep (Bijbelstudie groep) Gods Woord onderwezen, maar ook aandacht voor persoonlijk omstandigheden en noden. Bevrijding van verleden, abortus, satan verering, verslaving, vermaning van individuele zonden, etc. Vooral tot opbouw van het geloof en aanmoediging om standvastig te zijn en te groeien in het geloof.

Vers 12 Wees je koninklijk priesterschap waardig. Je bent als priester geroepen om God te dienen, God waardig te wandelen, een voorbeeld te zijn. Jezus Christus in jouw leven zichtbaar te laten zijn, door niet mee te doen aan de wereldse dingen. Laten zien dat je je aan Gods geboden onderwerpen en protesteert tegen wat tegen de Wil van God is. Want je bent geroepen tot het Koninkrijk van Christus. Om als koning met Jezus Christus te regeren in Zijn 1000-jarig Koninkrijk. Hoe kun je met Hem regeren, als je Hem niet reeds in jouw aardse leven als Heer diende?

Vers 13 Wij danken God dat jullie het niet als een woord van ons mensen hebt aangenomen, want wat het inderdaad is: Woorden van God. Dat Woord is werkzaam in jullie. De prediking dient door ongelovigen ervaren te worden, niet als van de prediker, maar als Woorden van God. Pas dan zal het vrucht dragen en ongelovigen tot geloof brengen in Jezus. De prediking in de kerk dient niet ervaren te worden als van de voorganger, maar God Die tot jou spreekt. Het Woord wat gesproken wordt, moet vrucht dragen uitwerking in jouw leven hebben die gelooft.

Vers 14 Gelukkig waren de Thessalonicenzen navolgers, ambassadeurs van Jezus Christus geworden in woord en in daad. In Judea waren de christenen vervolgd door Joden en heidenen. Evenzo werden de Thessalonicenzen vervolgd door hun eigen stadsgenoten. Mogelijk ook de mishandelingen en/of vervolgingen door echtgenoten. Want juist in Thessalonica waren vele vrouwen tot geloof gekomen. Deze echtgenoten hadden mogelijk vooraanstaande posities in Thessalonica. En werden zij aangekeken en uitgesloten? Omdat hun vrouw een christen was?
Herkennen wij dit van de Moslim wereld. Vrouwen, kinderen die zich tot het christelijk geloof bekeren en door hun Moslim mannen vaders worden vervolgd, soms vermoord?

Vers 15 Jezus zei dat de Israëliten/Joden de profeten hadden gedood. Hun ongehoorzaamheid begon reeds na de uittocht uit Egypte met het gouden kalf in de woestijn. Dienen van afgoden onder de Richteren. Het verwerpen van God met als resultaat de verbanning naar Babylonië. Vele profeten stuurde God, maar keer op keer werden zij gedood. Met als hoogtepunt de aansporing bij Pilatus om Jezus te kruisigen. Jezus waarschuwde, als zij Mij niet sparen, kunnen jullie eenzelfde lot verwachten. Vele zijn verbrand op de brandstapel. Vele in de gevangenissen gemarteld en verkracht. Velen zitten in concentratiekampen vanwege hun geloof. Anderen zijn onthoofd. En ga zo maar door.

Vers 16 Het zijn de Joden die in Klein-Azië trachten te verhinderen dat Jezus wordt gepredikt. Daarmee maken zij de maat van hun zonden vol. Dat gebeurd nu reeds 2000 jaar. Maar Ezechiël 37 is zich aan het vervullen. De dorre doodsbeenderen (de verbrande en dorre beenderen van de Joden in de concentratiekampen in de Tweede Wereld Oorlog?) worden bekleed met vlees en spieren. Echter de geest is nog niet in hen. Nog steeds verwachten zij door het houden van de Tora, gered te worden. Het zonden besef ontbreekt nog steeds. Toch uiteindelijk zal geheel Israël behouden worden.

Vers 17 De zendelingen werden beschuldigd dat het allemaal valse liefde was. Zij hadden immers de Thessalonicenzen in de steek gelaten na hun gedwongen vlucht uit Thessalonica, zeggen zij. Niets was minder waar. Ondanks dat de zendelingen niet fysiek aanwezig waren, zij werden in het hart gedragen. Hun verlangen om terug te keren was groot. Vele zendelingen verlangen om terug te keren naar hun zendelingsland, maar hun visa wordt geweigerd. Velen hebben vanwege de Covid-19 hun zendelingsland moeten verlaten en krijgen geen visum meer. Maar hun hart blijf naar deze mensen uitgaan. Hun ijver in gebed is groot.

Vers 18 Het is gissen geblazen wat de betekenis is van "doch satan heeft het ons belet". Spurgeon heeft interesante verklaringen. Links selecteer: Dutcch; Selecteer in de menubalk: Preken; Scroll naar beneden naar: 1 Thessalonicenzen en klik; Selecteer door te klikken op: Satans tegenstand (Het opent na een paar seconden in het Nederlands).
Het gaat boven ons menselijk verstand, hoe het mogelijk is dat satan kan beletten. Alles is toch onder Gods controle? Of verstond de apostel Gods Wil niet, was het een menselijk verlangen? Hoe het ook zij, Gods wegen zijn het beste.

Verzen 19 en 20 De Thessalonicenzen zijn de erekrans van de Here Jezus voor deze drie zendelingen, die zij ontvangen bij Zijn komst (Parousia: de komst van een koning of keizer, belangrijk persoon). Voor hen zijn de Thessalonicenzen hun eer en grote blijdschap over deze succesvolle jonge gemeente in Christus. Kunnen wij dit zeggen over onze arbeid? Als wij iemand slechts korte tijd hebben kunnen begeleiden nadat iemand tot geloof is gekomen. Hebben wij het evangelie en Gods Woord duidelijk uitgelegd, dat de nieuw wederomgeboren standvastig in het christelijk geloof blijft, voldoende kracht om weerstand aan satan en aan de wereld te bieden. De Thessalonicenzen hadden de wereld met hun afgoden definitief vaarwel gezegd. Zij leefden volledig onder controle van de Heilige Geest ondanks dat hun geestelijke vaders afwezig waren.

Terug naar boven

1 Thessalonicenzen 3

Vers 1 In het licht van hoofdstuk 2 vers 18, waarbij satan de drie zendelingen diverse malen heeft belemmerd om tot de Thessalonicenzen te komen, kon Paulus het niet langer uithouden om te weten hoe het er voorstond met deze jonge gemeente in het geloof. Hoe lang de zendelingen hier hebben kunnen werken, weten wij niet vanuit de Bijbel. Tenminste drie weken had Paulus in de synagoge gepredikt. Om ongelovige in drie weken tot geloof en volledig standvastig te maken in het geloof, gewapend tegen satan is een geweldig onderwijs. Maar zij hadden ook dag en nacht gewerkt aan de verkondiging. Moge dit een les zijn voor de hedendaagse kerk en predikers!
Daarom besloten zij dat Paulus alleen achter zou blijven in Athene. Het probleem ontstaat met "alleen". In de grondtekst meervoud wordt gebruikt. Zo dit alleen slaat op Paulus en Silas achterbleven in Athene en Timotheüs werd gestuurd naar Thessalonica? Of had Silas Paulus voor een korte tijd verlaten voor een bezoek aan een andere gemeente? Ook Handelingen geeft hierop geen antwoord.

Vers 2 Timotheüs is een medewerker in de verkondiging van het evangelie van Jezus Christus. Zijn taak is om gelovigen op te bouwen in het geloof, maar ook tot vermaning daar waar een gelovige in zonde, in de wereld leeft, afwijkt van het Woord van God. Te versterken in het Woord van God, stand te houden in de verdrukkingen en vervolgingen en weerstand te bieden tegen satan. Te versterken in het gebedsleven. Hoe is het gesteld met onze kerkleiders? Verrichten zij deze taken?

Vers 3 Het doel van het zenden van Timotheüs was om te zien of de Thessalonicenzen aan het wankelen waren. Vanuit Filipi waren Joden gekomen die de leer van de zendelingen in twijfel trokken. De afgodendienaars in Thessalonica probeerden twijfel te zaaien. Onze goden zijn immers beproefd, dienen wij reeds vele jaren, laat je niet verleiden door deze nieuwe leer.
Jullie weten immers zelf dat wij bestemd zijn tot verdrukkingen en vervolgingen. Dat heeft Jezus Zelf gezegd dat dit lot ons te wachten staat. Ook Hij werd beschimpt en bespot. De wetsgeleerden, de Joden verwierpen de leer van Jezus. Dus weest niet verbaasd over de aanvallen op jullie geloof. Wees gewaarschuwd.

Vers 4 Reeds toen wij bij jullie waren in Thessalonica hebben wij jullie gewaarschuwd voor de aanvallen van Joden, heidenen en satan. En dat is reeds geschied, toen wij bij jullie waren. Zo zeer zelfs dat wij moesten vluchten om ons leven te behouden. Het doel is de standvastig van het geloof in de Here Jezus Christus te testen en te groeien in het geloof.

Vers 5 Omdat satan ons belet (2:18), en ik in het ongewisse was hoe het met jullie geloof er voor staat, daarom stuur ik jullie Timotheüs. Om zeker te zijn dat de verzoeker (satan) jullie niet misleidt en vermorzelt heeft. In staat is geweest jullie te misleiden, wat hij gaat rond als een briesende leeuw, zoekende wie hij kan verscheuren en hij doet zich voor als een engel des lichts. Paulus wenste zich te vergewissen of de Thesslonicenzen het evangelie puur emotioneel hadden aangenomen of dat het was vanuit een zonde besef en noodzaak tot verlossing door het bloed van Jezus Christus. Hadden zij weten stand te houden ondanks alle verdrukkingen en aanvallen van satan. Was hun geloof gegroeid? Was hun leven onder de controle van de Heilige Geest?
Hoe zijn onze geestelijke leiders? Wordt een nieuw wederomgeboren persoon aan zijn of haar lot overgelaten. Of wordt er regelmatig gecontroleerd of de persoon standvastig is een groeit van baby tot volwassen in geloof. Als ik kijk naar mijzelf, is het Christus geweest Die mij vastgehouden heeft. Zelf moest ik het initiatief nemen tot kerkbezoek, waar men geen aandacht voor mij had. Zelf moest ik het initiatief nemen en zoeken naar een Bijbelstudie groep. Niemand begeleidde mij in mijn geestelijk leven en groei. Ik was opgegroeid zonder zondagsschool. Maar groeide in kennis door dagelijks de Bijbel te lezen. Zonder achterban, zonder gebedskring.
Hoevele jonge wederomgeboren gaan niet verloren, keren terug naar het leven in de wereld, omdat er geen geestelijke begeleiding is?
Terecht was de angst van de zendelingen of hun inspanningen vruchteloos zouden zijn geworden. Immers hun geestelijke vaders waren gedwongen om te vluchten voor hun leven. Was de verzoeker (satan) in staat om twijfel te zaaien over zonde, geen vergeving van zonde? Satan verleid tot zonde, en na gevallen te zijn, zegt hij dat er geen vergeving mogelijk is. Pure leugen en misleiding van de verzoeker. Satan is de god van de wereld (2 Korinthiërs 4:3), de prins van de machten der lucht (Efeziërs 2:2). 1 Timotheüs 4:1 zegt: Sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, door de huichelarij van leugensprekers. Zij die het bestaan van satan ontkennen, geloven de Bijbel niet. Satan en demonen zijn een werkelijkheid.

Verzen 6 en 7 Maar thans, nu Timotheüs tot ons is teruggekeerd. Thans, nu dat betekent dat Paulus direct deze brief als antwoord op het verslag van Timotheüs heeft geschreven. Geen wachten maar een directe reactie. Niet een uitstellen van antwoorden. Een duidelijke hint voor degenen die antwoorden op belangrijke brieven/emails uitstellen. Niet wij gaan bidden en wachten op het antwoord van de Heilige Geest. Nee, een doordringend gebed en smeken aan God om antwoord de ontvangen en dit antwoord spoedig te kunnen mededelen. Geen voet geven aan satan.
Paulus verblijdt zich grondig over de goede tijding die hij over de Thessalonicenzen heeft ontvangen. Een gehele geruststelling. Maar ook over het feit dat de Thessalonicenzen de zendelingen in goede herinnering houden ondanks alle verdrukkingen. Dat zij evenals de zendelingen er naar uitzien om elkaar weer persoonlijk te ontmoeten en in lijvende lijve te ontmoeten. Hoe is ons contact met onze geestelijke kinderen? Hebben wij regelmatig contact met hen? Zijn wij verlangend om hen persoonlijk te ontmoeten?

Vers 8 Wij zijn verblijd, omdat jullie vaststaan in de Here: in liefde, vertrouwen en hoop in Hem. Dat is dankzegging waard.

Vers 9 Dat is een retorisch vraag. De zendelingen kunnen dank brengen aan God omtrent de goede boodschap ontvangen over de Thessloncenzen. En hoe kunnen zij God vergelden voor de blijdschap Die Hij aan ons geeft? Hebben wij hierover nagedacht. Soms danken wij God voor de dingen die Hij ons geeft. Voedsel, kleding, bescherming, zegen, overwinning over satan en demonen, overwinning over onze vijanden, genezing, etc. Maar hoe is onze reacties? Doen wij dingen om God te behagen, zodat God Zich over ons verblijdt?

Vers 10 Merk op dat ondanks dat de zendelingen dag en nacht werken, zij desondanks tijd vinden gedurende de dag en in de nacht voor gebed. Was het niet Jezus Die het voorbeeld gaf. Overdag bezorgd en Zich ontfermend over de mensen en in de nacht in gebed, in gesprek met Zijn Vader.
Misschien vraag je je af, dag en nacht in gebed? Wel, sommige beroepen laten het toe om tijdens je werk te bidden. Andere beroepen vereisen een volledige concentratie op de arbeid en laten dit niet toe om met je gedachte andere dingen te doen. Maar zelf merk ik dat ik tussen de verschillende taken, de Heilige Geest mij leidt om voor diverse zaken te bidden. Een mogelijke tip voor jou?
Hun gebed is vurig vanwege hun vurige verlangen om terug te keren naar Thessalonica. Elkaar persoonlijk weer te zien. Maar ook tot opbouw wat nog aan het geloof ontbreekt. Een voltooiing van geestelijk onderwijs.
Is het de vurige wens van de voorganger, de geestelijke leiders in de kerk om gelovigen op te bouwen in hun geloof? Te laten groeien van de melkspijze tot vast voedsel? Van baby's in het geloof tot volwassen in het geloof, die in staat zijn te evangeliseren, satan te weerstaan, dag en nacht bidden en anderen te onderwijzen in het geloof?

Vers 11 De zendelingen ervaren de weerstand van satan om de Thessalonicenzen te bezoeken. Satan wenst hen ten val te brengen, geen geestelijk groei en onderwijs door de drie zendelingen. Het is het vurige gebed dat God de Vader en de Here Jezus Christus, deze machten breekt en de weg vrijkomt om Thessalonica te bezoeken.
Hoe is ons gebed wanneer wij iets vurig voor God verlangen. Geven wij op na een tijd van gebed? Of bidden wij vurig dat Gods Wil zal geschieden? Zijn er gelovigen die God bidden en danken voor een kerk met honderd duizenden gelovigen en volhouden zoals een Amerikaanse voorganger, wiens gebed na 13 jaar van bidden en danken verhoord werd?

Vers 12 Paulus is zich bewust dat de groei van de Thessalonicenzen volledig afhankelijk is van God. En niet afhankelijk van elkaar weerzien en het onderwijs door de zendelingen. Het is het gebed tot God, die ook op afstand, zorg draagt voor onze geestelijke kinderen. Voor onze adoptie kinderen in de derde wereld. De geestelijke groei van onze eigen kinderen, maar ook gemeenteleden in onze eigen kerk.
Heel belangrijk is het tonen van liefde en aandacht. Op afstand middels brieven, emails en telefoon. Belangrijk is de toename in liefde voor elkaar en God. Zoals ook de drie zendelingen dat gezind zijn tegenover de Therssalonicenzen. Onderlinge liefde tussen gelovigen. Geen eigen belang. Geen egoïsme, zichzelf op de voorgrond plaatsen. Maar alle aandacht gericht op de evangelie verkondiging, opbouw en eer van God.

Vers 13 Het doel is elkaars harten te versterken in liefde, zodat wij onberispelijk en heilig verschijnen voor God, op de dag van de rechterstoel van Christus (Romeinen 14:10, 2 Korinthiërs 5:10).
Bij de komst van onze Here Jezus met al Zijn heiligen. Hierover bestaat grote verdeeldheid en uitleg. Sommige zijn van mening dat dit slaat op Openbaring 19:17-20, Mattheüs 24:30-31 (heiligen: engelen en gelovigen?), Zacharia 14:5. Volgens hen gaan hen die sterven naar de Hemel en zijn nu bij Jezus in de Hemel en ontvangen bij deze wederkomst een onsterfelijk lichaam evenals de dan nog levende op aarde. Er is dus geen eerste Wederkomst, slechts de komst uit deze 3 Bijbelboeken.
Persoonlijk deel ik deze mening niet. Want hoe verklaart men dan Mattheüs 24:40-41 en hoofdstuk 25 de wijze en dwaze maagden? Dit wijst mijns inziens duidelijk op een eerste Wederkomst waarbij de één wordt aangenomen (de wijze maagd, de gelovige die leeft onder controle van de Heilige Geest) en de ander wordt achtergelaten (de dwaze maagd, zonder voldoende olie = de Heilige Geest, die in de wereld leeft, niet onder controle van de Heilige Geest). Bij de eerste Wederkomst van Christus in de lucht (niet zichtbaar voor de mensen op de aarde) worden zij opgenomen, maar meer hierover bij de behandeling van 1 Thessalonicenzen 4:13-18.
Volgens mij bestaat er een tweede Wederkomst beschreven in Zacharia 14:5, Mattheüs 24:30-31 en Openbaring 19:17-20 wanneer ALLE MENSEN Jezus Christus zullen zien, Hem die men doorboord heeft (De handen en voeten van de kruisiging en speer in Zijn zijde).

Terug naar boven

1 Thessalonicenzen 4

Vers 1 Paulus begint dit hoofdstuk met een prijzing en vermaning aan de Thessalonicenzen. Een prijzing om hun levenswandel (gij OOK inderdaad wandelt), maar tevens een vermaning om dat NOG MEER te doen. De gemeente te Thessalonica was een gemeente van jonge gelovigen. Zij dienden te groeien, maar elke gelovige in Jezus Christus dient te groeien, dagelijks, dat eindigt pas bij de dood, dan wel te opname van de Gemeente. Daar over later meer bij de behandeling van de verzen 13-18.
Deze brief is gericht aan broeders (en zusters) in Jezus Christus. Niet aan ongelovigen. Paulus had duidelijke instructies gegeven toen de zendelingen inThessalonica waren. Mogelijk hadden zij het gehele Oude Testament (de belangrijkste onderdelen daarvan) behandeld gedurende hun (tenminste) drie weken verblijf.
Waarom is dit belangrijk? Om te weten hoe te wandelen in het dagelijkse leven om GOD te BEHAGEN. Het christelijke leven dient erop gericht te zijn om middels onze woorden en DADEN God te verkondigen en te behagen. Tot Zijn eer en glorie te leven. Zie vers 3.
Paul was een realistisch mens met aandacht voor het huidige leven op aarde en aandacht voor de toekomst in de Hemel. Hier op aarde een heilig leven met zijn verplichtigen als christen, en wat na de dood gaat geschieden voor degene die ernst hebben gemaakt met hun heiliging. Hij was geen droomer, wenste een gezonde visie op het leven te geven. Een leven met onze broeders en zusters enerzijds, en anderzijds het getuigenis naar ongelovigen, verzen 3-12.

Vers 2 De voorschriften uit het Oude Testament, de Tora, de 10 geboden zijn door de zendelingen gegeven. Dit zijn GEEN menselijke voorschriften, maar voorschriften door GOD ZELF gegeven. Zij hebben goddelijke waarden en gezag. Geen wetten gemaakt en opgelegd door mensen. Deze voorschriften waren mede gegeven door Jezus tijdens Zijn leven op aarde. Hij is Heer.
Zij die deze voorschriften verwerpen, verwerpen niet de zendelingen, niet de Bijbel, maar zij verwerpen direct GOD (de Vader en de Here Jezus Christus).

DE HEILIGING VAN DE CHRISTEN

Vers 3 Met dit vers begint de inleiding van de heiliging van de christen. Wat is Gods wil:

  1. Onthouding van immoraliteit.
  2. Een heilig huwelijk. Als men een vrouw of man neemt, dan is dat uit liefde en niet vanuit lust. Vele heidenen trouwen vanuit lust, voor hun eigen plezier. Het christelijk huwelijk kent zijn voorschriften vanuit Leviticus 19 met wie men NIET mocht trouwen en
  3. Onderhouden van Gods voorschriften.

Immoraliteit heeft alles te maken met een NIET liefhebben van je naaste en God. Het overtreden van de 10 geboden: God op de eerste plaats zetten, niet begeren wat van je naaste is (zijn bezit, vrouw of man), niet stelen, niet doden, niet bedriegen.
ho*rerij is afgoden dienen, letterlijk maar ook leven in de wereld, verslaving, geld, overspel, seks hebben met een ander dan je vrouw of man, seks welke God verboden heeft, p*rnografie, etc.

Vers 4 De gelovige dient heilig te leven, want zijn of haar lichaam (vat) is een tempel van God, waarin de Heilige Geest woont. Leeft men niet heilig, dan zal men de Heilige Geest bedroeven (Efeziërs 4:30) en uiteindelijk uitdoven (1 Thess. 5:19).

Vers 5 Hartstochtelijke begeerten hebben te alles maken met begeren wat je naaste heeft, lusten, seksuele lusten, (verslaving aan) alcohol en drugs, je werk, geld, rijkdom, al datgene zoals de heidenen. Ongelovigen leven niet onder controle van de Heilige Geest, vaak worden zij misleid door satan en demonen. Hebben van spirituele ervaringen, geloof in afgoden (o.a. horoscopen) en genezing door spirituele krachten (Pilatus, acupunctuur, magnetisme, etc.).

Vers 6 Men spreekt de waarheid, bedriegt niet, geen overdadige winst, een eerlijke prijs. Kortom men behandelt zijn broeder of zuster in Jezus Christus goed.
Want God ziet en kent jouw gedachten. Hij weet met wat voor motieven je handelt. Leef je niet heilig, Hij is een wreker van dit alles. Eens zul je voor de rechterstoel van Christus (2 Kor. 5:10) verschijnen en verantwoording over jouw leven dienen af te leggen.

Vers 7 Want de gelovige is geroepen tot eer en glorie van God te leven. Een serieuze zaak te maken met zijn of haar dagelijkse levenswandel als christen. Geroepen tot heiliging en niet mee te doen met de wereld. God de Vader en de Here Jezus Christus waardig te zijn, zodat mensen geen aanmerkingen op je kunnen hebben.

Vers 8 Verwerp men dit, dan verwerpt men niet de verkondiger (o.a. zoals door deze zendelingen gebracht in Thessalonica) en de woorden in de Bijbel, maar DAN VERWERPT MEN GOD Die jou ook de Heilige Geest tot inwoning heeft gegeven en tot zondebesef. Voeg men woorden toe of verwijdert men woorden uit de Bijbel, dan verwerpt men God (en denkt het beter te weten dan God, een beter weten dan de oneindige kennis van God).

Vers 9 Paulus behoeft niet stil te staan bij de onderlinge liefde, die is duidelijk zichtbaar in deze gemeente. God heeft hen Zelf geleerd hoe elkaar lief te hebben. Wat een getuigenis! Hoe is het in onze kerk gesteld? Hoe is het met jouw persoonlijk gesteld? Is de liefde zichtbaar voor onze naaste, gelovige en ongelovige? Prijzen wij onze naaste, zoals Paulus in dit vers? Zijn wij als liefhebbende vader of moeder die hun kinderen bemoedigen en opbouwen?

Vers 10 Dit getuigenis van liefde voor elkaar is doorgedrongen in geheel Macedonië. Toch mogen wij niet achterover gaan leunen. Dit moet meer en meer zichtbaar worden, groter (Lees 1 Kor. 13) en nog meer te groeien. Liefde bedriegt niet, niet in het huwelijk, niet in het zaken doen, belastingaangifte, geen eigen-ik, geeft de ander eer, geeft eer aan God. Liefde breekt de ander niet af, maar is gericht tot opbouw en groei.
Thessalinica was een verbindingsstad en een havenstad, vele kooplui en reizigers bezochten deze stad. De daden van de gelovigen in deze stad werden alom besproken en vermeld.

Vers 11 is een inleiding tot de verzen 13-18. Mogelijk was men in de spoedige verwachting van de terugkomst van Jezus Christus. Paulus roept op om rustig te blijven en bij zijn/haar arbeid te blijven, eigen zaken te behartigen en te blijven werken. Dat hadden de zendelingen aanbevolen toen zij in Thessalonica waren.
Fanatiekelingen, bemoeiallen en leeglopers je vindt ze overal, ook in de kerk helaas. Fanatiekelingen in de evangelieverkondiging die op andermans kosten gaan leven, ZONDER daar toe geroepen te zijn. De zendelingen blijven bij hun werk (Paulus als tentenmaker) en besteedden de avond aan evangelie verkondiging en Bijbels onderricht. Zij hadden hen het juiste voorbeeld geven. Er is niets op tegen als een gemeente de financiële capaciteiten heeft om voorganger(s), oudste, evangelisten en zendelingen te onderhouden. Wij kennen kerken in Amerika met honderden of duizenden leden.
Zeker in onze eindtijd, zijn er vele vragen. Jezus heeft gezegd dat wij moeten letten op de tekenen des tijds. Zes tekenen van de eindtijd die Jezus geeft in Matteüs 24:3-14: 1. Valse profeten en messiassen; 2. Oorlogen en oorlogsdreiging; 3. Hongersnoden; 4. Aardbevingen; 5. Beproevingen; 6. Het evangelie zal over de hele wereld worden gepredikt. Deze tekenen zien wij nu overduidelijk. Ezekiel 47 is zich aan het vervullen: Vanuit Jeruzalem stroomt er ondergronds zoetwater naar de Dode Zee, waar vissen zwemen in dit zoetwater van de Dode Zee.
Kijk ik naar mij persoonlijk, ik was in de overtuiging dat de Wederkomst zou geschieden in 2021, dat is niet gebeurd. Ik ben begonnen mij huis te schilderen vanwege de enorme regen die door de muren heendrong. Ben betrokken bij de voltooiing van de afbouw van een kerk. Een Nederlands boek over Openbaring is vertaald naar het Braziliaans Portugees. Het werk is mij teveel, er is nog zoveel werk te doen. Heb volwassen wederomgeborenen nodig om websites te bouwen voor adolescentes en kinderen. Kijk ik naar de kerk in Almere dan is er een schreeuwend tekort aan medewerk(st)ers. De frustratie van de voorganger die werk moet laten liggen vanwege gebrek aan arbeid(st)ers.
Mensen die zich afvragen moet ik wel of niet gaan verhuizen. Verbeteren aan mijn woning. Verhuizen naar een ander stad (binnenland) om daar een nieuwe gemeente/kerk te beginnen. Ga ik wel of niet in de zending? Allemaal vragen, die twijfels zaaien.
Jonge echtparen, wel of geen kinderen? Op deze vraag geef ik mijn persoonlijke antwoord: ga je tijd gebruiken in de dienst van God en begin niet aan kinderen. Wij weten niet wat de toekomst nog aan ellende gaat brengen, zoals wij gezien hebben met de Covid-19.
Volg jouw hart, als God je roept en je daarvan overtuigd bent en je daarin gesteund wordt, volg Gods roeping. Andere blijf bij je baan, er is heel veel geld nodig voor evangelisatie en zending.
Zeker in Nederland en andere landen met de één of meer urige autofiles naar het werk, de 8-urige werktijd en daarna opnieuw de avondfile, komt men vermoeid thuis. Je gezin heeft aandacht nodig. Maar met de 38-36 urige werkweek, besteed je 2-4 uren aan het werk voor de Here.
Zeker de gepensioneerden onder ons, zoek Gods Wil, wat Hij van jou vraagt. Zet je in voor evangelisatie, arbeid in de gemeente, financieel.

Vers 12 Buitenstaanders mogen geen kritiek op ons gedrag kunnen hebben. Door zelf in onderhoud te voorzien, is een goed getuigenis. Zorg en aandacht voor de armen.
Buitenstaanders mogen wij niet van node hebben. Evangelie verkondiging zonder giften en bijdragen te vragen, vrije toegang tot de diensten.

De Komst des Heren

In aansluiting van vers 11, gaat Paulus nu verder over de komst des Heren. Aan Paulus is door de Here Jezus Christus geopenbaard wat de komst des Heren inhoudt. Mogelijk waren er Thessalonicenzen bezorgd over hun broeders en zusters die reeds ontslapen/gestorven waren, wat hun lot zou zijn.
De Thessalonicenzen waren zo juist uit het heidendom gekomen. Een hopeloze Romeinse en Griekse wereld van goden. Met mythes aan wat er na de dood gaat gebeuren. De opstanding van de Farao's begraven en gebalsemd in de pyramides. Volgens de Grieken geen toekomst voor het lichaam, maar een zielen gevangenis. Het komt in Hades. Godenleer volgens Elysian en Erebus. De Stoics hebben ernstige twijfel over de toekomst na de dood.

Er zijn allerlei uitleggingen over de verzen 13-28. Graag geeft ik enkelen en soms met mijn commentaar.

  1. De ziel gaat na de dood naar de Hemel en bij deze komst van de Here, gaan de zielen vanuit de Heml met de Here mee naar de aarde en worden ziel en lichaam (begraven op aarde) verenigd.
    Maar de Bijbel zegt dat de ziel in het bloed is. Het bloed is in het lichaam, dus ziel en lichaam blijven verbonden met elkaar?
  2. Er is slechts één komst van de Here, namelijk aan het eind van de Grote Verdrukking, gegeven in Openbaring 19:17-20, Mattheüs 24:30-31 (heiligen: engelen en gelovigen?), Zacharia 14:5. Dat betekent dat de gelovigen door de Grote Verdrukking gaan, gebaseerd op Johannes 17:15: "Ik bid niet dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze". Voor hen geldt de eerste komst van Jezus is naar de aarde en Zijn geboorte in Bethlehem. De tweede komst is Zijn komt in Mattheüs 24:30.
    Maar hoe is dan Mattheüs 24:40-41 mogelijk? Spreekt Openbaring 3:10 "Zal ook Ik u bewaren voor de ure der verzoeking" tegen. Spreekt Openbaring 12:1-6 tegen, waarbij de vrouw (Israël) gered wordt van de draak en door God beschermd wordt in de woestijn, waar de draak haar niet kan bereiken.
    Als de gemeente door de Grote Verdrukking gaat, zij prediken het evangelie in een tegenspraak met de twee getuigen en de 144.000 verzegelden die het Koninkrijk van God verkondigen. De christen verkondigen Jezus Die gestorven en opgestaan is en daarmee Verlossing heeft gebracht voor een ieder die gelooft. Dat is in tegenspraak met de offers die opnieuw gebracht gaan worden in de nog te bouwen tempel in Jeruzalem en de twee getuigen en de 144.000 verzegelden.
  3. De Gouden Poort in Jeruzalem is dichtgemetseld. Volgens de Joden bij de komst van de Messias die door de Gouden Poort gaat, staan de begravenen die voor de Gouden Poort liggen, bij Zijn komst op.
  4. Na de dood is er een zielenslaap. Men gaat 'slapen' tot de komst des Heren. Maar Jezus zegt in Lucas 23:43 tegen de misdadiger: "Heden zul je met Mij in het paradijs zijn".
  5. De gelovige ontslapenen en levenden in Jezus worden naar Hem gevoerd in de lucht, om vervolgens met Hem naar de aarde te keren, Zacharia 14:5. Lijkt mij onwaarschijnlijk, gezien Mattheüs 24:40-41.

Vers 13 Paulus wenst de Thessalonicenzen niet in onkundigheid en onzekerheid te laten. Maar je geen zorgen over degenen die reeds gestorven zijn (in de Here Jezus Christus). Wees niet bedroefd, zoals de ongelovigen, die geen weet hebben wat er na de dood gaat gebeuren en daarmede geen hoop hebben. Jullie weten immers dat Jezus uit de doden is opgewekt en de gelovigen met Hem uit de dood zullen worden opgewekt en eeuwig leven bij God krijgen.
Paulus gaat tot nadere verklaring over in de volgende verzen, waar de uitleg over zeer variërend is. Hierbij zal ik mijn persoonlijk visie weergeven: De Eerste Komst des Heren is Mattheüs 24:40-41, deze verzen en 1 Korinthiërs 15:30-52. En de Tweede Komst des Heren is Mattheüs 24:30-31, Zacharia 12:10 en 14:5, Openbaring 19:17-20 voor ALLEN mensen op aarde (met het oordeel), en zullen ALLEN Jezus zien, die zij doorstoken hebben.

Vers 14 Tegenover de hopeloosheid van onwetendheid van de ongelovige, staat de zekerheid van geloof in de opstanding met Jezus. Zij die geloven dat Jezus is opgestaan uit de doden, zal God de Vader door Jezus ook hen opwekken uit de dood. Waarbij de dood figuurlijk kunnen nemen als zijnde dood door de zonde, en voor eeuwig verloren. En letterlijk de dood bij het sterven van de mens.

Vers 15 Het zijn niet de woorden van Paulus en zijn mede-zendelingen. NEE, zij mogen dit vertellen (dit geheimenis) OMDAT Jezus het hun verteld heeft (dit zeggen wij u met een woord des Heren). Wat is dit geheimenis?
De levenden in Jezus, die nog in leven zijn bij Zijn komst, zullen de ontslapenen niet voorgaan. Het in leven zijn, heeft geen voordeel boven de ontslapenen. Laten wij kijken waar de ontslapenen, zij die in geloof in de Here Jezus Christus gestorven zijn, zich nu bevinden. Lucas 23:43 Jezus zegt tegen de misdadiger, die berouw toont: "Heden zul je met Mij in het paradijs zijn". Dus na de kruisdood van Jezus en deze misdadiger, gaan BEIDEN naar het paradijs. In het paradijs is de arme Lazarus in de schoot van Abraham (dus Abraham heeft een lichaam, namelijk een schoot) en beide worden HERKEND door de rijke die zich in het dodenrijk bevindt. Zielen kunnen zich niet herkennen, dus alle drie moeten een lichaam hebben en BEWUST zijn van hun situatie. De rijke lijdt PIJN in het dodenrijk. Dus met een bewustzijn en een lichaam. Dat betekent dat de gelovige na zijn of haar dood naar het paradijs gaat.
Dat maakt vers 16 logisch dat zij, die in Christus zijn gestorven, het eerst opstaan, namelijk zij gaan vanuit het paradijs naar Jezus Die Zich in de wolken bevindt, zie volgend vers.

Vers 16 Want de Here zal op een teken. Alleen God de Vader weet wanneer de Komst des Heren zal zijn. Dus is het God de Vader Die het teken geeft. Hij zal de opdracht geven aan de aartsengel (en wie van de aartsengelen, Gabriël, Michaël, of een ander die wij niet bij naam kennen) de sjofar (bazuin Gods) te blazen. Dan zal de Here Jezus Christus nederdalen vanuit de Hemel en naar de wolken rondom de aarde gaan. ONZICHTBAAR voor de mensen op aarde!
Dan zullen de gelovenen die Jezus Christus als Verlosser en Heer hebben aanvaard, vanuit het paradijs, naar Jezus gaan en volgens 1 Korinthiërs 15:51-54 in een oogwenk een onvergankelijk (zondeloos en eeuwig) lichaam ontvangen.

Vers 17 DAARNA zullen zij levenden, die de Here Jezus Christus als Verlosser en Heer erkennen naar Jezus gaan en ook volgens 1 Korinthiërs 15:51-54 in een oogwenk een onvergankelijk (zondeloos en eeuwig) lichaam ontvangen. Dat is volgens mij het ogenblik zoals beschreven in Mattheüs 24:39-42: "Zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Dan zullen er twee in het veld zijn, één zal aangenomen worden en één achtergelaten worden; twee vrouwen zullen aan het malen zijn met de molen, één zal aangenomen worden, en één achtergelaten worden. Waakt dan, want gij weet niet, op welke dag uw Here komt", en de wijze en dwaze maagden in Mattheüs 25:1-13. Nemen wij het letterlijk de één en de ander, de vijf dwaze en de vijf wijze, dan zal SLECHTS de helft van de gelovigen worden aangenomen (leven onder de controle van de Heilige Geest, de heiliging ter harte hebben genomen) en met Hem naar de Hemel gaan. Terwijl de andere helft van gelovige achterblijven en door de Grote Verdrukking gaan en zij een tweede kans (?) krijgen om het merkteken van het Beest 666 niet aan te nemen en eeuwig leven beërven op de Nieuwe Aarde.
Dit alles geschied in een oogwenk. De mensen op aarde zullen in een oogwenk mensen missen. Een chaos ontstaat, gelovige bestuurders van auto's, bussen, treinen, piloten in vliegtuig ineens weggevoerd en verdwenen.
De ontslapenen worden samen met de levenden in een oogwenk weggevoerd naar Jezus, Die Zich in de lucht (wolken) bevindt. Het gaat in een oogwenk, de mensen op aarde ZIEN HET NIET.
En zo zullen wij altijd met Hem wezen. Waar is Jezus heden? Gezeten aan de rechterhand van God de Vader in de HEMEL. Alleen met een onvergankelijk ZONDELOOS lichaam kan de gelovige God aanschouwen. God is een verterend vuur. Zelfs Mozes kon met zijn zondige lichaam God niet aanschouwen. Daarom denk ik dat gelovigen NU niet in de Hemel zijn, vanwege hun zondige lichaam.
Volgens mij begint dan de Grote Verdrukking, de bouw van de tempel in Jeruzalem (alles is gereed, de bouw van de tempel kan geschieden met drie maanden, de priesters en levieten zijn getraind voor het offer, etc.), de twee getuigen en 144.000 beginnen te verkondigen en komt de Antichrist (satan) aan de macht.
De Gemeente is in de Hemel (Openbaring 3), zullen God lofprijzen. En nu volgt mijn speculatie: geschied de verschijning voor de rechterstoel van Christus, de Bruiloft van het Lam Jezus Christus met Zijn bruid de Gemeente (Openbaring 19:6-10) en worden wij getraind voor de strijd tegen satan en de zijnen, de slag van Armageddon (Openbaring 16:16).

Vers 18 Het is NIET de bedoeling dat verzen 1 tot 17 een geheimenis blijven voor de gemeente. De gelovigen dienen elkaar met deze woorden te vermanen, dat wil zeggen, aan elkaar BEKEND te maken. Wat een geweldige bekendmaking door Jezus Christus aan zijn knecht Paulus om ons niet te laten wanhopen en uit te zien met vertrouwen naar de toekomst in de Hemel met een volkomen gezond zonder handicaps, zondeloos en eeuwig lichaam.


Rapture/Parousia Duur: 1 minuut. Bij het teken van de bazuin verlaat Jezus de hemel en gaat naar de wolken rond de aarde. Eerst worden de doden opgewekt en dan gaan de levenden (twee zullen in het veld zijn, één wordt aangenomen en één wordt achtergelaten) de opgewekte doden en de levenden gaan samen met Jezus naar de Hemel.

Terug naar boven

1 Thessalonicenzen 5

Verzen 1 en 2 In aansluiting van hoofdstuk 4, bevestigt de apostel Paulus dat niemand weet wanneer de Dag des Heren zal zijn, omdat die volgens Jezus in Mattheüs 24:43-44 en 36 komt als een dief in de nacht (2 Petrus 3:10-13) en de engelen des hemels en de Zoon (Jezus) niet weten, alleen God de Vader. Kijken wij naar Mattheüs 25 dan dienen wij voldoende olie in onze lampen te hebben als wel een reserve om tot de wijze maagden te behoren. Dat wil zeggen de Heilige Geest (de olie) moet volledig actief in de gelovige opereren en werkzaam zijn bij de Wederkomst van Jezus Christus. Het is moeilijk te onderscheiden over welke Wederkomst(en) Paulus spreekt. Vorig hoofdstuk spreekt over de opname naar de Hemel. Terwijl de Dag des Heren volgens Jesaja 13:6; Ezechiël 13:5; 30:3; Joël 1:15; 2:1, 11, 31; 3:14; Amos 5:18; Obadja 15; Zefanja 1:7, 14 en Maleachi 4:5 is de grote en geduchte Dag des Heren, waarbij de profeet Elia (zijnende één van de twee Getuigen in de Grote Verdrukking) vooraf gaat. Zo de tijd van Noach in Mattheüs 24 tot vers 36 of 39? De vraag is Mattheüs 24:40-44? Geeft een onduidelijk deling? Is tot vers 39 de Tweede Wederkomst van Christus waarbij alle mensen op aarde (vers 30) Hem zullen zien? En verzen 40-44 de Eerste Wederkomst wanneer Jezus Christus komt in de lucht en de aangenomen meeneemt naar de Hemel? Met in aansluiting de wijze en dwaze maagden (de scheiding tussen hoofdstuk 24 en 25 is niet aanwezig in de grondtekst).
Door deze onduidelijkheid van Paulus, ontstaan de verschillende uitleggingen van deze teksten.

Vers 3 We kunnen zeker stellen dat heden de wereld in "vrede" verkeerd en wij leven in de dagen van Noach. Onbezorgdheid, ontkennen van Gods bestaan en Zijn toorn, de vrije seks en seks tussen gelijke geslacht, een afwijzing van Gods geboden en normen, uitleggingen via filosofie en wetenschap, ontkenning van een wederkomst van Christus. De mensen denken zichzelf te kunnen redden en God niet nodig te hebben. Dan plotseling overvalt hen de rampen in de Grote Verdrukking. Mogelijk dat in het begin van de Grote Verdrukking alles vredig is, tot dat de toorn van God losbarst.
Een zwangere vrouw is rustig gedurende de zwangerschap, dan ineens overvalt de pijnen, de vliezen breken en de weeën komen op gang. Er is geen ontkomen aan, de weeën kunnen niet gestopt worden, de geboorte van het kind gaat gebeuren. Zo zal het zijn, als de Grote Verdrukking begint, is deze niet meer te stoppen. Wee na wee volgt, de verbreking van de zeven zegels, de trompetten en de schalen. Allen zullen geschieden en zoals de weeën zijn deze rampen niet te stoppen. Tot aan de laatste wee het kind geboren is, tot aan de (tweede) Wederkomst van Jezus en Hij aan alle mensen op aarde verschijnt (het kind geboren is).
Dat is het einde. De zwangere vrouw kan niet ontkomen aan de geboorte van het kind, zal kan de wereld niet ontkomen aan de Komst van Christus, aan het eindoordeel van God.

Vers 4 Maar jullie, broeders (en zusters) in Thessalonicenzen zijn niet in de duisternis. Ik, Paulus, heb het jullie allemaal verteld. Jullie weten dat Christus zal komen om jullie aan te nemen en naar de Hemel te brengen, jullie weten dat je een nieuw onvergankelijk, zondeloos lichaam zal ontvangen en eeuwig leven bij God. Dat overvalt jullie niet ald een dief in de nacht. Vele christenen die nu leven onder de controle van de Heilige Geest (de wijze maagden in Mattheüs 25) zijn in de spoedige verwachting van de (eerste) Komst van Christus. Zij zijn gereed. Terwijl andere christenen die in de wereld leven, geen weet hebben van de komst van Christus, ook hun kerken onderwijzen niets over de Wederkomst. Hun overvalt het achterblijven (Mattheüs 24:40-41) en merken dat zij achtergebleven zijn op aarde. Hun overvalt de Grote Verdrukking.

Vers 5 Paulus is er van overtuigd dat de meeste in de gemeente in Thessalonica (uitgezonderd die niet in heiliging leven 4:3-8. de ongeregelde personen) kinderen des lichts zijn. Zij behoren de Here Jezus Christus toe. Zij zijn kinderen des dags want zij laten hun licht (evangelie verkondiging) stralen in de wereld. Zij zijn geen kinderen des duisternis, behoren satan niet toe, en niet aan de nachts, dat wil zeggen zij leven niet in de wereld en doen de werken des satan niet. De zonde beheerst hen niet langer, zij leven in heiliging Gods.

Vers 6 Slapen in de betekenis van waakzaam zijn, zoals de heer des huizes waakzaam is voor de dief, alert zoals de wijze maagden die reserve olie hadden voor hun lampen. Waakzaam zijn voor de valkuilen van satan. Waakzaam voor wereldse muziek die demonische teksten hebben en oproepen tot seksuele lusten, ontucht (met kinderen), ongehoorzaamheid aan ouders, zich overgeven aan drank en dronkenschap, genot van drugs, etc.
Nuchter zijn wat werelds is en wat God toebehoort. Nuchter aan wat God verboden heeft (abortus, euthanasie, tatoeage, moord, egoïsme, stelen, en heel veel meer), niet toegeven aan wat heden door regeringen goedgekeurd en gepraat wordt. Bekleed met de geestelijke wapenuitrusting.

Vers 7 en 8 De gelovigen slaapt des nachts zodat hij of zij goed uitgerust is om overdag te werken en waakzaam te zijn. Niet naar de nachtclub en disco. Geen dronkenschap en drugs gebruik, zodat men zich opent voor de machten der duisternis. Uitgerust met het harnas van geloof, liefde, Bijbellezen, standvastig gebed, en kijken naar de Wederkomst van Christus en naar het onvergankelijke lichaam straks in de Hemel. Nuchter om te blijven werken, zich niet laten afleiden en misleiden.
Het harnas beschermt de meest vitale delen van het menselijke lichaam: hart, longen, lever, nieren, darmen. De christen dient zijn harnas van geloof en liefde dagelijks aan te trekken om bestand te zijn tegen de aanvallen van de machten der duisternis. ZIjn of haar lichaam dient in goede conditie te zijn, lichamelijk alswel geestelijk, gevoed door Bijbellezen, gebed en de Heilige Geest. Het beste wapen is de aanval, geen passieve verdediging tegen satan, maar actieve wapens van Bijbelkennis en intensief gebed.
De helm van de hoop, namelijk Jezus is gestorven voor de zonde (mits wij belijden). Wij zijn zondaren, leven nog in het aardse lichaam, zondigen nog steeds. Maar Hij is getrouw om onze zonde te vergeven als wij belijden. God werpt ze bij belijdenis in de diepste der zee. De kinderen des lichts zijn gered door het bloed van Jezus en door Zijn werk gered en beschermt tegen de komende toorn van God over de zonde.

Verzen 9 en 10 De enige reden tot verlossing van onze zonde, is de Here Jezus Christus. Door geloof in Hem zijn de gelovigen vrij gekocht van de toorn van God de Vader over de zonde van de mens. Hij is voor de zonden gestorven, opdat wij waken (die in leven zijn bij Zijn Komst) hetzij slapen (de reeds ontslapenen bij Zijn Komst, 4:15) tezamen met Hem zullen leven in de Hemel. Het slapen gaat niet terug naar vers 7 die zich des nachts dronken zijn en geen weet hebben van de verlossing, maar heeft betrekking op 4:15 die reeds gestorven zijn in Christus.

Vers 10 Paulus spoort opnieuw de Thessalonicenzen aan om elkaar op te bouwen. Zij zijn een goed voorbeeld, zij doen het ook, maar het is de waakzaamheid om door te blijven gaan om elkaar op te bouwen. De verwachting van de Wederkomst van Christus duurt reeds 2000 jaar. Daarom het niet meer verwachten is logisch. Maar juist nu, met alles wat in de wereld gaande is, de tekenen die Jezus heeft aangegeven in vervulling gaan, weten wij nu dat Zijn Wederkomst aanstaande is, en waarschijnlijk deze generatie gaat geschieden. Het volk Israël is in de staat Israël. Ezechiël 47 is zich aan het vervullen: ondergronds stroomt er reeds zoet water naar de Dode Zee en in deze uitmonding zwemmen reeds vissen in dit zoete water. Alles is gereed om met drie maanden de tempel te bouwen en de Levieten en priesters zijn getraind. De red heifer is reeds gekweekt. Aardbevingen nemen in aantal en kracht toe. Zo nu is het tijd om de gemeente te vermanen en in de kerken te wijzen op de noodzakelijke heiliging en prediking van de Komst van Christus.

Verzen 12 en 13 Timotheüs was juist teruggekeerd uit Thessalonica en had een gunstig verslag uitgebracht, maar er waren enkele zaken die de aandacht van Paulus verdiende, namelijk de verzen 12-15. Te beginnen met de kerkleiders die zich moeite getroosten om de gemeente op te bouwen. Kerkleiders die het evangelie uitleggen, Bijbelstudies geven, wijzen op zonden, terechtwijzen, bemoedigingen, etc. Kerkleiders die zorg dragen voor de kerk, onderhoud van het kerkgebouw, financiën, etc. Kerkleiders die de zwakken in geloof begeleiden. Paulus verzoekt de Thessalonicenzen hen hoog te achten, naar hen te luisteren, en hun werk te waarderen. Spreek geen kwaad over hen, heb ontzag voor hen en houd vrede met hen.

Vers 14 Ongeregelden zijn chaotisch, losbandig, ongedisciplineerd, onregelmatig, rommelig, slordig, wanordelijk, zedeloos en/of zonder regelmaat. Zie ook vers 4:11-12. Paulus roept op om deze ongeregelden terecht te wijzen. Helpt de kleinmoedigen, zij die geen moed hebben. Mogelijk ook degene die zich zorg maken over wat er gebeurd met de reeds ontslapenen. Laat de sterken onder u in liefde opkomen voor de zwakken (lichamelijk alswel geestelijk). Stel jezelf niet hoger dan de ander, maar wees geduldig met allen, wees zachtmoedig. Het is de taak van elk (sterk) lid van de gemeente om zorg te dragen voor de ander (zwakke) gemeenteleden. Dat is niet beperkt tot de voorganger, oudste of diaken.

Vers 15 Is in lijn met Jezus' uitspraken in Mattheüs 5:38-48. In plaats van kwaad met kwaad te vergelden, toon de liefde van Jezus en probeer de kwaaddoener te winnen voor Jezus als Verlosser van de zonde en het kwaad. Fil. 4:5 Laat uw vriendelijkheid bij alle mensen bekend zijn. Laat satan en demonen niet winnen, maar beoogt het goede van de ander. Satan ziet maar al te graag dat men kwaad met kwaad vergoedt.

Vers 16 Paulus roept op om blij te zijn. Ook in moeilijke omstandigheden van ziekte, handicaps, gevangenis, marteling en vervolging. Want Jezus is bespot aan het kruis, door de schriftgeleerden uitgemaakt als bezeten door demon, de godsdienstige leiders opriepen om Jezus te kruisigen. Wees blij wanneer je mag lijden voor Jezus Christus. Kijk naar de toekomst, wanneer alle tranen gewist en gedroogd worden in de Hemel.

Vers 17 Zie Fil. 4:5 laat uw wensen met smeking en dankzegging bekend worden bij God. Laat de Heilige Geest de gebedszaken op jouw hart leggen. De zendelingen baden voor alle gemeenten, misschien zelfs voor gemeenteleden/leiders bij naam. Hun lofprijzing aan het adres van God was groot. Zie Wat is bidden?.

Vers 18 Op de aller eerste plaats danken wij dat Jezus Christus voor de zonde is gestorven. Wij danken voor onze eten en drinken, voor onze inkomsten, woning, gezin, etc. Dat is de Wil van God, onze dankbaarheid jegens onze Verlosser de Here Jezus Christus, de bevrijding uit de macht van satan en de inwoning van de Heilige Geest. Onze redding en het eeuwige leven in de Hemel.

Vers 19 Dooft de Geest niet uit. Namelijk door ondankheid, het verontachtzamen van jouw verlossing. Het is de Heilige Geest die jou de kracht kan geven om NEE te zeggen tegen de zonden, niet toe te geven aan de verleidingen van satan. Jouw te waarschuwen voor misleidingen, zoals Pilates en acupunctuur. Voor misleidingen door filosofie, psychologie, communisme en socialisme. Je zonde niet te belijden, volharden in de zonden, dat dooft de werking van de Heilige Geest uit. Als de Heilige Geest jou keer op keer wijst op verkeerde zaken, geen dagelijkse gebed, niet dagelijks de Bijbel lezen, liefdeloosheid, ongehoorzaam aan wat de Bijbel onderwijst. Kijken naar p*rnografie, geweld, monsters, horror, overspel, luisteren naar wereldse muziek met demonische en seksuele teksten (in een taal die jij niet begrijpt), etc., zijn allemaal zaken die de werking van de Heilige Geest, die in je woont, uitdoven.

Vers 20 Veracht de profetieën niet. Volgens William Hendriksen (New Testament Commentary) waren de profetieën van belang in de tijd van Paulus, omdat de gelovigen geen compleet Oud Testament (slechts op perkament rollen in de synagoge) hadden en geen complete Oude en Nieuwe Testament (onze Bijbel) hadden. De kerk verkeerde nog in de kinderschoenen. Zo profetieën waren in de tijd van Paulus een belangrijk onderdeel van opbouw. En daarom volgens hem waren speciale gaven nodig in deze overgangsfase, die vandaag niet meer nodig (van belang) zijn. De profetieën zijn belangrijk die gegeven zijn door Jesaja, Daniël, Ezekiël, Zacharia, Maleachi, Jezus en Johannes in het boek Openbaring. Op hun profetieën die wij alle acht te slaan.
Ja, de tijd van Paulus, direct na de Hemelvaart van Jezus Christus was een overgangsfase. Maar profetieën waarbij zonde(n) worden geopenbaard, zijn volgens mij nog steeds van toepassing. Anderzijds vele profetieën gedaan omtrent het aanbleven van Donald Trump, zijn vals gebleken. Heden blijken vele profetieën vals te zijn en komen niet uit. Vele profetieën door "profeten" die ook in tongen spreken ZONDER UITLEGGING geven vaak algemeen profetieën, die op vele mensen in het dagelijkse leven van toepassing zijn. Zoals God openbaart mij dat iemand die kanker heeft, spoedig zal genezen. Wel, zonder de persoon aan te wijzen en te zeggen welk soort kanker het betreft, is dit makkelijk te profeteren, maar menigeen valt in deze leugen en valkuil (de persoon die kanker heeft en denkt dat de profetie op hem of haar van toepassing is, dit is slechts een voorbeeld). Er zijn vele trucs, zonder dat men het bewust is (heden met de camera's en smartphones) dat men in een valkuil valt. Zo mijn advies is, wees voorzichtig. Bij een ware profeet komen ALLEN, geen één uitgezonderd uit en gaan allemaal in vervulling. En wees voorzichtig met hardop bidden. Wens je een antwoord van God op een bepaalde vraag, bidt in gedachte, ZONDER DAT IEMAND het kan horen (satan en demonen luisteren en geven soms een valse gebedsverhoring)!

Verzen 21 en 22 Paulus geeft in aansluiting op vers 20 het advies om de profetieën te toetsen of zij daadwerkelijk in vervulling gaan zoals geprofeteerd is. Maar niet slechts profetieën, TOETS ALLES. Daarmee zegt Paulus NIET dat bijvoorbeeld je toets drugs om te weten wat er met jou gebeurt. Luister naar wereldse muziek in een taal die je niet kent of met demonische teksten en kijk wat er met jou gebeurt. Kijk naar p*rnografie, naar seks, monster, geweld in films en zie of dit jouw geestelijke leven beïnvloedt. Niet laat je in met horoscopen, magie, tovenarij, satanisch, etc. Paulus is duidelijk in vers 22 Onthoud je van alle soort van kwaad.
Het testen is het toetsen of het niet in tegenspraak is met Gods Woord, de Bijbel. Niet van dat geldt niet voor Christenen. Dat gold voor die tijd en is heden ten dage niet meer van toepassing. OK, er zijn dingen die specifiek voor Israëlieten waren, maar de 10 geboden en de Tora (uitgezonderd het brengen van offers, want het volmaakte offer voor de zonde is gebracht door Jezus aan het kruis). Daarin tegen zijn de geboden gekomen zoals gegeven door Jezus en de 12 apostelen (Judas de verrader vervangen door Paulus). Niet het testen van een huwelijk aangaan met een ongelijk span, ongelovige, ongelijk in geestelijk leven, man of vrouw geen maagd meer, etc. Dat is God verzoeken door zijn geboden te overtreden. Zo zijn er vele andere voorbeelden te noemen, waarvan het niet te bedoeling is het "kwade" te testen.

Vers 23 In dit vers wordt de bron gegeven voor de kracht van de gelovige: de Heilige Geest, God de Vader Die vrede wenst met de mens en niet wil dat er iemand verloren gaat. Jezus Christus Die voor de zonde van de mens is gestorven en door geloof de toorn over de zonde van God de Vader wegneemt. De gelovige dient Jezus Christus als Heer te dienen. De gelovige dient met geest (o.a. reine gedachte, tot eer van God), ziel en lichaam (geen ontucht) tot Gods eer te leven, zondeloos (elke zonde direct te belijden); omdat bij de Komst van de Here Jezus Christus, de gelovige onberispelijk blijkt te zijn.

Vers 24 Het is aan de gelovige om zich open te stellen voor de werking van God. God wenst het goede werk van verlossing tot het einde voort te zetten (Fil. 1:6), maar het is aan de gelovige om dit ook toe te laten. En NIET de Heilige Geest uit te doven (vers 19) noch te bedroeven (Ef. 4:30). Hij is de kracht en trouw om in de gelovige te werken. Maar zoals een ongelovige in staat is om het offer van Jezus af te wijzen (en daarmede verloren te gaan), zo is de gelovige in staat Gods werking te weerstaan en daarmede de heiliging.

Verzen 25-28 Paulus besluit deze brief met een oproep om voor hen te bidden. Elkaar te groeten met een heilige kus (zoals nu nog de gewoonte is in Azië). Laat deze brief aan alle gemeenteleden (dus ook de ongeregelden moeten aanwezig zijn) voorgelezen worden. En eindigt met de genade groet van de Here Jezus Christus.

Terug naar boven

Bijbelstudies van 1 Thessalonicenzen (2024)

FAQs

What to learn from the 1 Thessalonians? ›

First Thessalonians provides Christians with the clearest biblical passage on the coming rapture of believers, an event that will inaugurate the seven-year tribulation. At the rapture, Christ will return for His people. The dead in Christ shall rise first, while those still living will follow close behind.

What is the meaning of John 6/29? ›

"The work of God," in this context, is merely a response to the same phrasing just used by the crowd. Instead of works, Jesus says, salvation is based on belief, in the One whom God has sent. The reaction of the audience, given in the next verse, is not only annoyed, but amazingly short-sighted.

Where in the Bible does Jesus say "Let this cup pass from me"? ›

Matthew 26:39 New King James Version (NKJV)

He went a little farther and fell on His face, and prayed, saying, “O My Father, if it is possible, let this cup pass from Me; nevertheless, not as I will, but as You will.”

What is Matthew 19-26? ›

19:26 But Jesus beheld their thoughts, and said unto them, With men this is impossible; but if they will forsake all things for my sake, with God whatsoever things I speak are possible.

What is the main point of the 1 Thessalonians? ›

Hope Amidst Hardship

Paul's letter to the Thessalonians celebrates a flourishing church. Despite persecution and suffering, the community of Jesus followers have stood strong in their commitment to Jesus. Paul encourages them further, pointing toward the return of King Jesus, who will set everything right.

What are the three main themes of 1 Thessalonians? ›

This way of life is motivated by hope in the coming Kingdom of Jesus, which has already begun with his resurrection from death. Holiness, love, and future hope—that's what 1 Thessalonians is all about.

What does the Bible say about prayer without action? ›

If one of you says to him, "Go, I wish you well; keep warm and well fed," but does nothing about his physical needs, what good is it? In the same way, faith by itself, if it is not accompanied by action, is dead.

What did the disciples mean teach us to pray? ›

“Teach.” The word “teach” means “disciple,” and it describes the very essence of the disciples' relationship with Christ. They were essentially saying, “If we are to follow You, Lord, we want to follow you into your prayer life. We want to enjoy the intimacy with the Father that you obviously enjoy!”

What is the work God wants us to do? ›

John 6:28-29 Amplified Bible (AMP)

Then they asked Him, “What are we to do, so that we may habitually be doing the works of God?” Jesus answered, “This is the work of God: that you believe [adhere to, trust in, rely on, and have faith] in the One whom He has sent.”

Did Jesus sweat blood or like blood? ›

Jesus Christ experienced hematohidrosis while praying in the garden of Gethsemane before his crucification as mentioned in the Defenders Bible by Physician Luke as “and being in anguish he prayed more earnestly and his sweat was like drops of blood falling to the ground.”

Did Jesus pray 5 times a day? ›

Salat (prayer): Jesus performed prayers, also prostrating himself as Muslims do eg in the Garden of Gethsemane (Matthew 26.39). But there is no indication that Jesus did this five times a day, or facing Mecca.

What does a cup symbolize spiritually? ›

Jane de Chantal is referring to the metaphorical spiritual cup that we all hold. The cup that needs to remain full is the one with the goodness of our Lord and our unity with him.

What is the best verse in the Bible about life? ›

Top Bible Verses about Life

John 6:35 - Jesus said to them, “I am the bread of life; whoever comes to me shall not hunger, and whoever believes in me shall never thirst. Romans 6:23 - For the wages of sin is death, but the free gift of God is eternal life in Christ Jesus our Lord.

What does Isaiah 60:22 say? ›

Isaiah 60:22 A little one shall become a thousand, and a small one a strong nation: I the LORD will hasten it in his time. What do you want to see and when do you want to see it? As to what you want to see, you may have dreams, ambitions, or goals regarding a relationship, your finances, or some plan you have made.

What are eunuchs in the Bible? ›

Then, when the Old Testament mentions saris as eunuchs who were employed as personal attendants of a queen or a harem, it highlights the era of Iron Age. Eunuchs were men who were castrated in order to be trusted in overseeing the king's domestic interests, especially in protecting king's harems.

What is important about 1 Thessalonians? ›

The primary aim of 1 Thessalonians is to encourage Jesus' believers to continue to progress in their faith, and Paul addresses some practical concerns to that effect: sexual morality, community relationships, and Jesus' return.

What are two key issues addressed in 1 Thessalonians? ›

Two key issues in 1 Thessalonians is the encouragement of the Thessalonians to remain holy and avoid sexual immorality and the second was assuring them that Christians who have died with Christ will eventually rise and live with Jesus forever.

What issues are addressed in 1 Thessalonians? ›

The letter instructs a relatively new Christian community about what it means to live as a Christian, obeying God and pursuing sanctification. The coming of the Holy Spirit sanctified the disciples and the people of God and made it possible for believers to grow in grace through the covenant of their baptism.

What are the characteristics of 1 Thessalonians? ›

Three characteristics of these Christians stood out to Paul: First, they had turned to Christ in faith. Second, they had served Him out of love. And third, they had borne up under tribulation patiently because of the hope that lay before them.

Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Greg Kuvalis

Last Updated:

Views: 6540

Rating: 4.4 / 5 (55 voted)

Reviews: 86% of readers found this page helpful

Author information

Name: Greg Kuvalis

Birthday: 1996-12-20

Address: 53157 Trantow Inlet, Townemouth, FL 92564-0267

Phone: +68218650356656

Job: IT Representative

Hobby: Knitting, Amateur radio, Skiing, Running, Mountain biking, Slacklining, Electronics

Introduction: My name is Greg Kuvalis, I am a witty, spotless, beautiful, charming, delightful, thankful, beautiful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.